Onderwijsvisie EGO

Binnen het Ervaringsgericht Onderwijs gaat het er vooral om, kinderen met grote betrokkenheid en welbevinden bezig te laten zijn. Betrokkenheid en welbevinden zijn noodzakelijk om te kunnen komen tot optimale ontwikkeling van elk kind, afgestemd op zijn/haar mogelijkheden.

De basis van het Ervaringsgericht Onderwijs is de ervaringsgerichte houding van de leraar. Om deze onderwijsvorm te realiseren zal de leraar:

  • Kinderen ruimte geven voor het nemen van initiatief.
  • De omgeving verrijken door een divers aanbod van materialen én activiteiten die de betrokkenheid van kinderen verhogen.
  • Het voeren van de ‘ervaringsgerichte dialoog’, waarbij de leraar precies op het denken van de kinderen kan inhaken.

We spreken van welbevinden wanneer het kind “goed in zijn vel zit”. Pas wanneer een kind zich lekker voelt kan het komen tot leren. Dit welbevinden is van het grootste belang zowel in de thuissituatie, als op school. Op school proberen wij voor ieder kind een zo optimaal mogelijke omgeving te scheppen, zodat het kind zich ook hier thuis voelt.

Met competenties bedoelen we het verwerven van kennis en van vaardigheden die aansluiten bij de ontwikkeling van het individuele kind.

Betrokkenheid kun je zien! Is een kind met grote interesse, doeltreffend, tijdvergeten, vasthoudend en geconcentreerd bezig? Dan kunnen we spreken van betrokkenheid. Pas als een kind betrokken is, is het optimaal in ontwikkeling. De betrokkenheid van kinderen is de belangrijkste maatstaf voor de kwaliteit van ons onderwijs.

Wij verhogen de betrokkenheid bij kinderen door in ons aanbod gebruik te maken van de 7 betrokkenheidsverhogende

factoren:

1. Een goede sfeer

Kinderen voelen zich ‘goed in hun vel’ op Camelot (zich welbevinden). Een uitnodigende sfeer en een goede relatie tussen kinderen onderling en tussen kinderen en leraren is van essentieel belang.

2. Werken op eigen niveau

Leerstof en activiteiten worden afgestemd op het niveau van het individuele kind. Als de leerstof te moeilijk is haken kinderen af; als het te simpel is voelen kinderen geen uitdaging meer; in beide gevallen gaat dat ten koste van de betrokkenheid.

3. Werkelijkheidsnabij

Onderwijs op Camelot dat uitgaat van contexten en situaties die voor kinderen aansluiten op de belevingswereld en betekenisvol zijn. Eigen ervaringen en inbreng van de kinderen zijn hierbij onontbeerlijk.

4. Activiteit

Kinderen zijn van nature heel actief. Camelot speelt hierop in! Kinderen worden in de gelegenheid gesteld om zoveel mogelijk actief te zijn (d.w.z. doen, denken, onderzoeken, spelen, discussiëren etc.). Lege momenten zoals wachten, stilzitten, niets te ‘doen’ hebben worden zoveel mogelijk vermeden.

5. Leerling initiatief verruimen

Betrokkenheid ontstaat als kinderen met dingen bezig kunnen zijn die aansluiten bij hun belangstelling en behoefte. Camelot creëert ruimte voor eigen keuze en persoonlijke inbreng, waardoor de reële en individuele belangstelling pas écht tot zijn recht komt.

6. Expressie

Het is belangrijk dat kinderen hun indrukken tot uiting kunnen laten komen. Als iets je op een of andere manier raakt, heb je expressie nodig om vorm te geven aan wat van binnen leeft. Camelot ondersteunt het proces om het geleerde te vertalen naar een actieve expressievorm door bewust de expressievormen (beeldende expressie, verbale expressie, muzikale expressie,

bewegingsexpressie en drama) in te zetten.

7. Samen leren

Samen leren stimuleert kinderen om tot nieuwe inzichten te komen en eigen kennis uit te bouwen. Kinderen leren hun gedachten onder woorden te brengen en kennis te nemen van het perspectief van de ander. De leerstof wordt op deze manier persoonlijker beleefd en zo krijgt het geheel meer betekenis.